Kurze Zusammenfassung
N. de Maceriis, Kanoniker des Johanniskapitels in Lüttich und Offizial von Lüttich, teilt mit, daß Elisabeth, Nonne der Abtei Thorn, in seiner Gegenwart ihr Testament gemacht hat, in dem sie, unter Vorbehalt ihres Nießbrauchs, alle ihre Güter, Einkünfte und Besitztümer der Abtei Thorn geschenkt und deren Verteilung zwischen Äbtissin, Konvent und Kanonikern festgelegt hat.
Lateinischer Text der Urkunde
N.a de Maceriis, canonicus Sancti Iohannis in Leodio et officialis Leodiensis, universis presentes litteras inspecturis salutem in Domino.
Noverit universitas vestra quod Elizabeth, soror monasterii Tornensis, in nostra presentia constituta pro salute anime sue, omnium sororum de Torne ac antecessorum suorum omnia bona sua que habebat et habet ad presens descendentia ab ecclesia Tornensi, compos sui et sane mentis dicte ecclesie in elemosinam legavit libere et absolute ac super altare beate Marie Tornensis reportavit, de quibus bonis quatuordecim bonuaria terre arabilis sita sunt in territorio de Wissen, in loco qui dicitur Insula, quatuor bona terre sita sunt iuxta culturas ecclesie predicte in territorio de Torne, septem solidos Coloniensis cum quinque caponibus quos debent eib, ut dicitur, Gerardus et Liburgis, vidua, in villa de Torne ratione trecensus, decem et octo maldra siliginis que eidem Elizabeth deberi dicuntur in molendino de Itenuort cum duodecim caponibus, duodecim maldra siliginis quic similiter ei deberi dicuntur in molendino de Grathen et duodecim bonaria terre vel circiter, sita in territorio de Heise, que omnia ipsa Elizabeth dicitur titulo emptionis legitime acquisivisse ab illis quorum fuerant, descendentia, ut dictum est, a dicta ecclesia tanquam res feodales, ita tamen quod de bonis predictis cedent sacerdoti celebranti ad altare beate Katherine, situm in cripta dicte ecclesie, octo libre Louaniensis annuatim, quas ei .. abbatissa et conventus ac etiam canonici eiusdem ecclesie cui predicta legata sunt, ut dictum est, conferent communiter de promptioribus redditibus bonorum predictorum. Residuum vero cedet in usus dictorum abbatisse et conventus ac etiam canonicorum ibidem residentium, distribuendum in die anniversarii ipsius Elizabeth annuatim, de quibus etiam bonis dicti residui dabuntur ab ipsis duodecim denarii Leodiensis eodem die impense pauperibus pro remedio anime sue. Legavit etiam dicta Elizabeth prefate ecclesie sex marchas Coloniensis quas ei debent, ut dicitur, prod mortem ipsius Elizabeth, Heldegundis et Cono, eius maritus, pro empcione cuiusdam terre, site in territorio iuxta Horne, que sex marche cedent equaliter distribuende tam abbatisse et conventui quam canonicis predictis; in quibus omnibus predictis ipsa Elizabeth usumfructum, quoad viveret, sibi retinuit.
In cuius rei testimonium et munimen presentibus litteris sigillum officialitatis Leodiensis duximus apponendum.
Datum anno Domini Mo CCo Lo secundo, in crastino Quasimodoe.
a versierde initiaal A.
b na ei letter geradeerd A.
c aldus A, lees que.
d aldus A, lees post.
e hierna sluitingsteken A.
Niederländische Übersetzung
N. de Maceriis, kanunnik van het Sint-Janskapittel te Luik en officiaal van Luik, maakt bekend dat Elisabeth, kloosterzuster van Thorn, gezond van lichaam en geest, in zijn aanwezigheid voor haar zielenheil en dat van alle kloosterzusters van Thorn en van haar voorgangers al haar goederen en alles wat ze heeft, afhangend van de kerk van Thorn, aan die kerk heeft nagelaten en op het altaar van Onze-Lieve-Vrouw van Thorn heeft opgedragen, namelijk: veertien bunder akkerland in het grondgebied van Wessem, in de plaats die het Eiland wordt genoemd; vier bunder, gelegen naast de akkers van de kerk van Thorn, in het grondgebied van Thorn; zeven schelling Keuls met vijf kapoenen die Gerard en de weduwe Lieburgis verschuldigd zijn aan de kerk van Thorn omwille van pacht in het dorp Thorn; achttien malder rogge die aan Elisabeth verschuldigd is in de molen van Ittervoort, met twaalf kapoenen; twaalf malder rogge die eveneens verschuldigd zijn in de molen van Grathem en twaalf bunder in het grondgebied van Heeze. Elisabeth heeft dit allemaal wettig door koop verworven van degenen van wie deze waren, als leengoederen afhangend van de kerk van Thorn, en wel op een zodanige wijze dat van de voornoemde goederen jaarlijks acht pond Leuvens wordt afgestaan aan de priester die het altaar van de heilige Catharina in de crypte van de kerk van Thorn bedient; abdis, convent en kanunniken verlenen dit bedrag gezamenlijk uit de eerste inkomsten van die goederen. De rest valt op de dag van haar jaargetijde ten deel aan abdis, convent en kanunniken die in de kerk van Thorn resideren; en die dag zullen zij de inkomsten van twaalf penning Luiks aan de armen geven voor haar zielenheil. Eveneens laat Elisabeth na haar dood aan de kerk van Thorn zes mark Luiks na die Hildegonde en Cono, haar man, haar verschuldigd zijn wegens de koop van een stuk land in het grondgebied naast Horn. Deze zes mark zal gelijkelijk verdeeld worden onder abdis en convent enerzijds en kanunniken anderzijds. En in dit alles behoudt Elisabeth zich, zolang ze leeft, het vruchtgebruik voor.
Het officialaat van Luik heeft bezegeld.
Gegeven op 8 april 1252.
Nadere toelichting
Lees meerN. de Maceriis, kanunnik van het Sint-Janskapittel te Luik en officiaal van Luik, maakt bekend dat Elisabeth, kloosterzuster van Thorn, al haar goederen, leengoederen en de inkomsten uit de cijnzen, gekocht te Wessem, Thorn, Heeze en op de molens van Ittervoort en Grathem, gelegateerd heeft aan de kerk van Thorn en het altaar van Onze-Lieve-Vrouw. Hiervan is jaarlijks acht pond Leuvens bestemd voor de priester van het altaar van Sint-Catharina in de kerk van Thorn; het resterende deel is toegewezen aan abdis, convent en kanunniken om op haar jaargetijde twaalf penning Luiks uit te keren aan de armen. Tevens laat Elisabeth onder voorbehoud van haar vruchtgebruik na haar dood zes mark Luiks na die Hildegonde en haar man Cono haar verschuldigd zijn voor de koop van een stuk land in het grondgebied naast Horn, gelijkelijk te verdelen onder abdis, convent en kanunniken.
Origineel
A. Maastricht, HCL, toegangsnr. 01.187A, archief Vrije Rijksheerlijkheid Thorn, inv. nr. 24.
Aantekeningen op de voorzijde: 1o door 13e-eeuwse hand: M CC LIIo. – Aantekening op de achterzijde: 1o door 13e/14e-eeuwse hand: De altari sancte Katherine. – 2o door 16e-eeuwse hand: In Thoren, in cripta, 1252. – 3 o door 17e-eeuwse hand: F.
Bezegeling: één uithangend bevestigd zegel dat aangekondigd is, namelijk: S1 van het officialaat van Luik, van groene was, zwaar beschadigd.
Uitgave
Niet eerder uitgegeven.
Regesten
Franquinet, Beredeneerde inventaris Thorn, 18-19, nr. 11. – Habets, Archieven Thorn, 19-20, nr. 24. – Haas, Chronologische lijst, 47, nr. 97.
Ontstaan en samenhang
Deze oorkonde is gebaseerd op de oorkonde van Elisabeth, kloosterzuster van Thorn, d.d. 7 april 1252 (zie Collectie Thorn, nr. 13). Voor de tekstdelen in onderhavige naoorkonde die aan de vooroorkonde zijn ontleend en afgedrukt zijn in een kleiner lettertype, zie Van Synghel, Oorkonden Thorn, 54. Deze oorkonden vertonen geen schriftverwantschap.
Partner
Spender