Nummer 16

1232 december
Typ
Kirchlich
Teilen Sie diese Urkunde

Kurze Zusammenfassung

Kaiser Friedrich II. erneuert und bestätigt auf Ersuchen von Johannes, Kanoniker des Maastrichter St. Servatius-Kapitels, die von Kaiser Heinrich IV. im Jahr 1087 dem Maastrichter St. Servatius-Kapitel verliehene Urkunde.

Lateinischer Text der Urkunde

(C) In nomine sante et individue Trinitatis.

Fridericus secundus, divina favente clemencia Romanorum imperator semper augustus, Ierusalem et Sicilie rex.

Inter cetera pietatis opera que imperialis munificencia iugiter operatur, illud magis futurum fore creditur ad salutem quod sacrosanctis ecclesiis in quibus Christi servicium militat indefesse, de affluenti misericordia elargitur.

Inde est quod prepositus et capitulum Sancti Seruacii in Traiecto, fideles nostri, per Iohannem, concanonicum eorum, fidelem nostrum, quoddam privilegium, indultum eidem ecclesie a quondam Heinrico quarto, Romanorum imperatore augusto, dive memorie predecessore nostro, nostro culmini presentarunt, supplicantes nobis attente ut privilegium ipsum innovare et ea que continentur in ipso eidem ecclesie confirmare de nostra gratia dignaremur, cuius tenor talis est:

‒ ‒ ‒ (hierna volgt de tekst van de oorkonde van Hendrik IV, zie Collectie Sint-Servaas, nr. 2).

Nos autem pia moti consideracione quod ecclesia ipsa a nostris predecessoribus recordacionis inclite est fundata, volentes eam tamquam nostram cameram specialem suis bonis et libertatibus regere et fovere, attendentes insuper fidem puram et devocionem sinceram quam prepositus et capitulum ecclesie memorate, fideles nostri, erga maiestatem nostram hactenus habuerunt ac incessanter habere noscuntur, privilegium ipsum de verbo ad verbum transcribi iussimus et ea que continentur in eo prefate ecclesie de benignitatis nostre gracia perpetuo confirmamus.

Ut autem hec transcripcio et confirmacio nostra robur perpetue firmitatis optineat, presens privilegium scribi et maiestatis nostre sigillo iussimus iussimus communiri.

Huius rei testes sunt: Panormitanus et Capuanus archiepiscopi, Rauellensis episcopus, Thomasius, comes Acerrarum, marchio Lance, Riccardus, camerarius, et alii quamplures.

Signum domini Friderici secundi, Dei gracia invictissimi Romanorum imperatoris semper augusti, (M) Ierusalem et Sicilie regis.

Acta sunt hec anno dominice incarnacionis millesimo ducentesimo tricesimo secundo, mense decembris, sexte indictionis, imperante domino nostro Friderico secundo, Dei gracia invictissimo Romanorum imperatore semper augusto, Ierusalemb et Sicilie rege, anno Romani imperii eius tercio decimo, regni Ierusalemb octavo et regni Sicilie tricesimo quinto, feliciter. Amen.

Datum aput Precinam, anno, mense et indictione prescriptis.

Niederländische Übersetzung

Keizer Frederik II, koning van Jeruzalem en Sicilië, deelt mee dat proost en kapittel van Sint-Servaas te Maastricht, zijn getrouwen, via hun medekanunnik Jan, zijn getrouwe, een voorrecht hebben voorgelegd dat aan deze kerk is verleend door zijn voorganger, wijlen keizer Hendrik IV, waarbij ze hem nadrukkelijk verzoeken om de zaken die er voor deze kerk in zijn opgenomen te hernieuwen en bevestigen, met de volgende inhoud:

‒ ‒ ‒ (hierna volgt de tekst van de oorkonde van Hendrik IV, zie Collectie Sint-Servaas, nr. 2).

Vanuit de vrome overweging dat de Sint-Servaaskerk door zijn voorgangers is gesticht en omdat hij ze als een bijzondere eigen ruimte met goederen en vrijheden wil beheren en begunstigen, en gelet op de zuivere trouw en oprechte toewijding die proost en kapittel van deze kerk tot nu toe jegens hem hebben gehad en onophoudelijk blijken te hebben, heeft hij bevolen om dit voorrecht woord voor woord over te schrijven en bevestigt hij voor altijd de zaken die er voor deze kerk in zijn vastgelegd.

Frederik II heeft bezegeld.

Getuigen zijn: de aartsbisschoppen van Palermo en Capua, de bisschop van Ravello, Thomas, graaf van Acerra, de markgraaf van Lanza, Richard, kamerheer, en vele anderen.

Ondertekening door Frederik.

Gedaan in de maand december 1232.

Gegeven te Apricena, in de voornoemde periode.

Genannte Personen
aartsbisschop van Capua
Frederik II, keizer en koning van Jeruzalem en Sicilië
Hendrik IV, rooms-koning en vanaf 1084 keizer als Hendrik III, echtgenoot van Berta
Jan, kanunnik van de Sint-Servaaskerk te Maastricht
markgraaf van Lanza
hertog van Limburg
deken en kapittel van het Sint-Servaaskapittel te Maastricht
aartsbisschop van Palermo
bisschop van Ravello
Richard, kamerheer
Thomas, graaf van Acerra
Genannte Orte
Apricena
Maastricht
Ausgabe
Geertrui Van Synghel
Der folgende Text wird nicht übersetzt, wenn eine andere Sprache ausgewählt wird
Teilen Sie diese Urkunde

Partner

Spender

Familie Beijer
© 2025 WaarvanAkte.eu, eine Initiative der Stichting Limburgse Oorkonden
Erstellt von Hive Collective