Nummer 17

1262 oktober 10
Typ
Kirchlich
Teilen Sie diese Urkunde

Kurze Zusammenfassung

Hildegonde, Äbtissin von Thorn, ratifiziert das Dekret von Hendrik III. Der Bischof beschloß dies nach einer Visitation durch Meister Reinier, Scholaster in Tongeren und sein Provisor in geistlichen Angelegenheiten, der feststellte, daß die Kanoniker und Nonnen von Thorn nicht ausreichend von ihren Präbenden (Pfründen) leben und ihren Verpflichtungen nachkommen konnten. Der zu ernennende Kleriker muß die Priesterweihe empfangen oder schon bekommen haben, freiwillig auf ein anderes Benefizium (Einkommen) verzichten und innerhalb eines Jahres nach seiner Ernennung in Baarle wohnen. Er wird mit einem angemessenen Benefizium ausgestattet; die übrigen Früchte der Kirche von Baarle werden von den Chorherren und Nonnen von Thorn zur Erhöhung ihrer Präbenden (Pfründe) verwendet.

Lateinischer Text der Urkunde

Niederländische Übersetzung

Hildegonde, abdis van Thorn, maakt bekend dat meester Reinier, scholaster in Tongeren en provisor in geestelijke zaken van Hendrik, bisschop van Luik, op diens speciaal bevel, ondersteund door verstandige en integere mannen, onlangs het klooster heeft gevisiteerd. Daaruit heeft de bisschop onder meer begrepen dat de prebenden van de kanunniken en kloosterzusters van Thorn zo mager en gering zijn dat zij zich daarmee totaal niet kunnen onderhouden. Omdat het klooster zware en veelsoortige schade in geestelijke en wereldlijke zaken lijdt, heeft de bisschop van Luik na raadpleging van aanzienlijke juristen gemeend dat met instemming en goedkeuring van de abdis besloten en geregeld moet worden dat Hildegonde of wie te zijner tijd abdis zal zijn, in de parochiekerk van Baarle, waarvan de collatie en presentatie tot op heden ongestoord toekwam aan de abdis en in welke kerk nagenoeg nooit een pastoor persoonlijk een bediening heeft uitgeoefend, met instemming van kanunniken en kloosterzusters van Thorn een pastoor aanstelt als de kerk vrijkomt, die de zielzorg verricht, er persoonlijk woonachtig is en er de diensten uitoefent, en dat niemand in die kerk aangesteld wordt, noch door de abdis noch door haar opvolgers, dan een priester ofwel iemand die er vanaf de dag van zijn aanstelling binnen één jaar wil, kan en verplicht is daar woonachtig te zijn. Ook mag de priester niets krijgen van zijn pastoorsambt totdat hij zijn priesterwijding ontvangen zal hebben. In de tussentijd echter zullen de kanunniken en kloosterzusters van Thorn de vruchten van zijn aanstelling ontvangen en die aanwenden voor de na te komen verplichtingen van het klooster, maar wel met inachtneming van het feit dat in de tussentijd de kerk van Baarle niet ontdaan wordt van de gehoorzaamheidsplicht. Eveneens wil en verordent de bisschop van Luik dat de pastoor voorzien wordt van een passend beneficie, namelijk ter waarde van minstens twintig pond Leuvens jaarlijks. De rest van de inkomsten van de kerk van Baarle zullen de kanunniken en kloosterzusters van Thorn vanwege hun armoede aanwenden ter vermeerdering van hun prebenden, want de bisschop was immers van mening dat de rest bestemd moest worden voor een dergelijke vermeerdering. De pastoor zal ook plechtig zweren dat hij het genoemde aandeel zonder vermindering zal ontvangen en aanwenden voor zijn eigen gebruik. En als hij toevallig elders beneficiant zou zijn van een beneficie met een verplichting tot residentie, zal hij daarvan terstond na het verwerven van de huidige aanstelling vrijwillig afstand doen. Ook zal de pastoor verantwoording afleggen over zijn rechten aan het bisdom, de aartsdiaken en de dekens. De bisschop van Luik verordent eveneens dat de prebenden van de kanunniken en kloosterzusters vanaf de eerstvolgende 24 juni tot de daarop volgende bij het ontvangen van de inkomsten gelijk zijn en voor altijd gelijk zullen blijven.

De abdis van Thorn acht deze verordening van de bisschop van Luik, zoals die correct in haar abdij is gemaakt, nuttig en voordelig voor haar en de abdij en houdt deze voor rechtsgeldig en van kracht zoals in de daarover opgemaakte oorkonde van de bisschop van Luik staat.

Hildegonde heeft bezegeld.

Gegeven op 10 oktober 1262.

Genannte Personen
Hildegonde, abdis van Thorn
Hendrik III, bisschop van Luik
Reinier, meester, scholaster in Tongeren en procurator in geestelijke zaken van Hendrik III, bisschop van Luik
kanunniken en kloosterzusters van Thorn
bisdom Luik
aartsdiaken van Luik
Genannte Orte
Baarle
Münze von Leuven
Ausgabe
Geertrui Van Synghel
Der folgende Text wird nicht übersetzt, wenn eine andere Sprache ausgewählt wird
Teilen Sie diese Urkunde

Partner

Spender

Familie Beijer
© 2023 WaarvanAkte.eu, eine Initiative der Stichting Limburgse Oorkonden
Erstellt von Hive Collective