Kurze Zusammenfassung
Rutger, Abt von Kloosterrade, schlichtet einen Streit zwischen Gerard von Merz, einem Getreuen der Abtei, und Rutger, einem Bürger von Ahrweiler, indem er von letzterem verlangt, gegen Zahlung von sechzehn Schillingen Keuls auf seine Ansprüche auf Weinberge zu verzichten, die er zuerst an den genannten Gerard verpfändet und später verkauft hatte.
Lateinischer Text der Urkunde
In nomine Domini.
Ego Ruthgerus Dei miseratione dictus abbas in Rode omnibus Christi fidelibus tam presentibus quam futuris notum fatio quod quidam fidelis ecclesie nostre nomine Gerardus de Mercene recepit vineas a quodam Růkero cive in Arwilre loco pigneris. Procedente tempore idem Růkerus easdem vineas prius inpigneratas totaliter vendidit prefato Gerardo sub testimonio multorum et datione iuris civilis. Has itaque vineas cum aliquo tempore quiete possedisset dictus G., memoratus Růkerus venditor earundem vinearum incausare et inclamare cepit ipsas vineas et emptorem earum G. Ad quam inclamationem sedandam accessimus ego et frater noster Henricus tunc cellerarius et post multa consilia et deliberationes sic convenimus quod ipsi Růkero pro bono pacis dari fecimus XVI solidos Coloniensis monete, et ipse R. exfestucavit super dictis vineis cum suis presentibus et pro futuris.
Huic conpositioni interfuerunt ego ipse abbas R. et Henricus cellerarius, Elgerus, Nantwardus fratres nostri, Godefridus de Adinbach, Wolbero et alii plures.
Et hanc actionem sigilli nostri appensione roboramus.
Niederländische Übersetzung
Rutger, abt van Kloosterrade, maakt bekend dat Gerard van Merz, een getrouwe van de abdij, wijngaarden heeft gepand van Rutger, burger van Ahrweiler. Met het verstrijken van de tijd heeft de laatstgenoemde Rutger die eerder verpande wijngaarden onder getuigenis van velen en onder schenking van burgerlijk recht geheel verkocht aan Gerard. Toen Gerard deze wijngaarden enige tijd rustig in zijn bezit had, begon Rutger, de verkoper, aanspraak te maken op die wijngaarden en Gerard aan te klagen. Om die aanklacht te bedaren zijn abt Rutger en broeder Hendrik, de keldermeester, naar voren getreden en na vele beraadslagingen en overwegingen overeengekomen om aan Rutger voor de lieve vrede zestien schelling Keuls te geven; en Rutger heeft met de zijnen en voor de toekomst afstand gedaan van de wijngaarden.
Bij het opstellen van deze overeenkomst waren aanwezig: Rutger, abt, Hendrik, keldermeester, Elger en Nantward, broeders, Godfried van Adenbach, Wolbero en vele anderen.
Rutger heeft bezegeld.
Nadere toelichting
Lees meerRutger, abt van Kloosterrade, beslecht een geschil tussen Gerard van Merz, getrouwe van de abdij, en Rutger, burger van Ahrweiler, waarbij de laatste tegen betaling van zestien schelling Keuls afstand moet doen van zijn aanspraken op wijngaarden die hij eerst aan genoemde Gerard verpand en later verkocht had.
Origineel
A. Maastricht, HCL, toegangsnr. 14.D004, archief abdij Kloosterrade, inv. nr. 846.
Uitgave
a. Polak en Dijkhof, Oorkondenboek Kloosterrade, 114-116, nr. 52, naar A.
Datering en echtheid
Voor de datering en de eventuele onechtheid van deze oorkonde, zie de uitgave van Polak en Dijkhof.
Partner
Spender