Kurze Zusammenfassung
Hildegonde, Äbtissin, und der Konvent der Abtei Thorn geben bekannt, daß Jan, Propst, Gillis, Dekan, der Erzdiakon und das Domkapitel in Lüttich festgestellt haben, daß die Abtei durch viele schwere Schulden belastet ist. Um diese Schulden zu tilgen, haben Äbtissin und Konvent auf Veranlassung von Jan, Gillis, dem Erzdiakon und dem Domkapitel, auf Geheiß der Klostergemeinschaft und auf Anraten der Priester Marsilius, Gundulf und Nicolaas van Welheim sowie des Kanonikers Koenraad von Thorn eine Übersicht über die Güter und Einkünfte erstellt, mit der die Schulden getilgt worden sind. Sie bitten Jan, Gillis, den Erzdiakon und das Domkapitel in Lüttich, diese Aufteilung der Güter und Einkünfte zu genehmigen.
Lateinischer Text der Urkunde
Venerabilibus dominis suis Iohanne, Dei gratia preposito, Egidio, decano, archidiacono totique capitulo maioris ecclesie in Leodio Hildeghundis, Dei gratia abbatissa totusque conventus de Thoren debitam reverentiam cum salute.
Cum ecclesia nostra aliquando multis debitis et gravibus fuisset obligata et honerataa ita quod propter ipsorum gravamen ad magnam devenissemus pauperiem, s[icu]t vobis ad plenum constabat, n[o]s tandem ad monitionem vestram de communi ordinatione nostra et consensu et de consilio [venerabilium virorum Mars]iliib, Gundulfi et Nicholai de Welheim, sacerdotum, et Conradi, concanonici nostri, provisorum nostrorum, nobis ab ecclesia [***]c, ordinationem sive divisionem inter nos fecimus de bonis et reditibusd nostris propter debita n[o]stra [***],e [s]icut in [l]itteris super hoc confectis et sigillis nostris sigillatis plenius continetur. Unde cum per [hanc ordinationem sive]b divisionem omnia debita nostra bene quitaverimus sive etiam omni hereditatis nostre dispendio et [***] ordinationem sive divisionem bene et veraciter experti simus, nobis essef valde utilem [***]stam et Deo gratam et acceptam, vestram rogamus dominacionem humiliter supplicantes et [*** predictamb ord]inacionem sive divisionem quam perpetuam esse volumus divine remunerationis intuitu [*** sigillob] ecclesie vestre, prout inter nos legitime facta est, ratificare, ne in posterum [***] contingat esse mendicam.
Datum anno Domini Mo CCo sexagesimo quinto, in vigilia [***]g.
a aldus A, lees onerata.
b nog leesbaar in a.
c vestra datorum, quandam tussen ronde haken toegevoegd in a.
d aldus A.
e extinguenda sive redimenda tussen ronde haken toegevoegd in a.
f hierna val doorgestreept A.
g hierna sluitingsteken A.
Niederländische Übersetzung
Hildegonde, abdis, en het convent van de abdij van Thorn maken aan Jan, proost, Gillis, deken, de aartsdiaken en het domkapittel te Luik bekend dat, omdat de abdij tot de grootste armoede was vervallen door de vele zware schulden, zoals door Jan, Gillis, de aartsdiaken en het domkapittel voldoende was vastgesteld, abdis en convent op hun aansporing, op bevel van de hele kloostergemeenschap en met instemming en op advies van Marsilius, Gundulf en Nicolaas van Welheim, priesters, en Koenraad, kanunnik van Thorn, hun provisoren, ter delging van de schulden een overzicht hebben gemaakt van de goederen en inkomsten en deze ingedeeld, zoals in de oorkonde staat die daarover is opgemaakt en door abdis en convent van de abdij van Thorn bezegeld. En omdat abdis en convent door deze overeenkomst en verdeling de schulden goed hebben ingelost, hetzij met volledig verlies van hun erfgoed en [***] en deze opgemaakte inventarisatie goed en waarachtig ondervonden hebben als zeer nuttig en God welgevallig en geaccepteerd, verzoeken zij Jan, proost, Gillis, deken, de aartsdiaken en het domkapittel te Luik om deze aanpak, die zij nu willen blijven toepassen, te ratificeren.
Gegeven in 1265.
Nadere toelichting
Lees meerHildegonde, abdis, en het convent van de abdij van Thorn vragen aan het domkapittel te Luik de goedkeuring van de verdeling van de kloostergoederen, zoals opgemaakt op verzoek van Jan, proost, Gillis, deken, de aartsdiaken en het domkapittel te Luik alsmede met instemming van Marsilius, Gundulf en Nicolaas van Welheim, priesters, en Koenraad, kanunnik van Thorn.
Origineel
A. Maastricht, HCL, toegangsnr. 01.187A, archief Vrije Rijksheerlijkheid Thorn, inv. nr. 34. Zwaar beschadigd met tekstverlies.
Aantekeningen op de achterzijde: 1o door 16e-eeuwse hand: Supplicatio ad capitulum Sancti Lamberti ut dignetur divisionem inter abbatissam et capitulum approbare, 1265. – 2o door 17e-eeuwse hand: S doorgestreept, Z.
Bezegeling: één uithangend bevestigd zegel, dat niet aangekondigd is, namelijk S2 van Hildegonde, abdis van Thorn, van witte was, zwaar beschadigd. Voor een beschrijving en afbeelding van S2, zie Venner, ‘Zegels Thorn’, 33. Gezien de bezegelingsplaats uiterst rechts van het perkament, was hoogstwaarschijnlijk ter linkerzijde van het origineel ook een zegel aangebracht.
Uitgaven
a. Franquinet, Beredeneerde inventaris Thorn, 28-29, nr. 18 (gedateerd 1265), naar A. – b. Habets, Archieven Thorn, 27, nr. 34 (gedateerd 1265), naar A en a.
Regest
Haas, Chronologische lijst, 57, nr. 131 (gedateerd 1265).
Datering
Het gebruik van paasstijl door geestelijke instellingen in het bisdom Luik is verondersteld, zie Camps, ONB I, XXI, en Dillo en Van Synghel, ONB II, XVII.
Ontstaan en samenhang
Deze oorkonde is gemundeerd door een scriptor uit de abdij van Thorn, die werkzaam was in de periode 1262 tot en met 1273. Voor de lokalisering van deze scriptor, zie ,Thorn nr. 17.
In onderhavige oorkonde wordt verwezen naar een oorkonde van abdis en convent van Thorn waarin de verdeling gemaakt wordt van de kloostergoederen ter delging van de schulden, zie Collectie Thorn, nr. 22.
Tekstuitgave
Een aantal lacunes in A zijn aangevuld naar druk a, toen deze passages nog leesbaar waren.
Partner
Spender