Kurze Zusammenfassung
Hendrik, Abt, und der Konvent der Sint-Paulus Abtei in Utrecht erklären, daß sie die Zehnten und andere Güter in Hemert von der Äbtissin und dem Konvent von Thorn gegen eine jährliche Zahlung in ewiger Pacht erhalten haben. Hinzu kommt eine Regelung für den Fall der Nichtzahlung, wonach der Lütticher Offizial die Sint-Paulus Abtei unter Interdikt stellen kann, wenn diese ein Jahr nach dem festgelegten Zahlungstermin die fälligen Beträge nicht an die Abtei Thorn gezahlt hat.
Lateinischer Text der Urkunde
Niederländische Übersetzung
Hendrik, abt, en het convent van de Sint-Paulusabdij te Utrecht maken bekend dat zij met gemeenschappelijke toestemming en eendrachtige wil de tienden en andere goederen, die abdis en convent van de abdij van Thorn te Hemert hebben, in eeuwigdurende pacht hebben ontvangen tegen een jaarlijkse betaling van twaalf mark Luiks of een equivalent daarvan, in Thorn te betalen aan abdis en convent uiterlijk 22 februari door hun boden, op hun inspanning en kosten, ook als de voornoemde tienden en goederen van Hemert in de toekomst geheel of gedeeltelijk beter of slechter blijken te zijn geworden of zelfs helemaal vernietigd. Hier wordt de volgende voorwaarde aan toegevoegd: indien abt en convent van de Sint-Paulusabdij het voornoemde bedrag niet in zijn geheel op de voornoemde plaats en termijn zouden betalen en gedurende twee maand vanaf de betaaldag de betaling van de pacht gestaakt zouden hebben, dan moeten zij in het vervolg voor iedere dag dat er oponthoud in de betaling is een boete van twaalf penning Luiks betalen vóór de hoofdschuld. Verder wordt ook toegevoegd dat indien zij gedurende één jaar, gerekend vanaf de betaaldag, de pacht en het geld voor de lopende boete niet betaald zullen hebben, dat dan de officiaal van Luik, aan wiens jurisdictie abt en convent van de Sint-Paulusabdij zich met toestemming van hun bisschop onderwerpen, hen zonder voorafgaande dagvaarding of aanmaning van het goddelijk ambt zal uitsluiten en publiekelijk zal bekend maken dat hij hen heeft uitgesloten, waar en wanneer het hem goeddunkt. Zij stemmen verder toe en beslissen vrijwillig en met toestemming van hun bisschop dat de officiaal van Luik hun abdij onder kerkelijk interdict zal kunnen stellen als zij een dergelijke uitsluiting voor een maand zullen ondergaan. En om dit te doen onderwerpen abt en convent van de Sint-Paulusabdij zich met toestemming van hun bisschop aan de jurisdictie van de officiaal van Luik op een dusdanige wijze dat in hun klooster geen enkele goddelijke dienst zal worden hernomen vooraleer genoegdoening is gedaan aan abdis en convent van Thorn voorr de voornoemde pacht en het geld van de lopende boete. Zij zien ook af van iedere exceptie of privilege van uitzondering dat zij hebben of moeten hebben en van iedere hulp van canoniek of wereldlijk recht, hetzij door reguliere observantie, hetzij door gewoonte, waardoor iets tegen het voornoemde kan worden gedaan of dat hen op enigerlei wijze kan beschermen.
Abt en convent van de Sint-Paulusabdij te Utrecht hebben bezegeld.
Gedaan en gegeven in juni 1269.
Nadere toelichting
Lees meerHendrik, abt, en het convent van de Sint-Paulusabdij te Utrecht verklaren van abdis en convent van Thorn tienden en andere goederen te Hemert in eeuwigdurende pacht te hebben ontvangen tegen een jaarlijkse betaling van twaalf mark Luiks.
Origineel
A. Maastricht, HCL, toegangsnr. 01.187A, archief Vrije Rijksheerlijkheid Thorn, inv. nr. 41.
Uitgave
a. Ketner, OSU IV, 35-36, nr. 1760, naar A.
Samenhang
Voor de goedkeuring van deze pachtovereenkomst door proost, deken, aartsdiaken en het domkapittel van Luik d.d. juli 1269, de goedkeuring door Amelis, domdeken te Utrecht, d.d. 1269 augustus 30, én door Amelis en het domkapittel te Utrecht d.d. 1269 augustus 30, zie hierna Collectie Thorn, respectievelijk nrs. 31, 32 en 33.
Partner
Spender