Kurze Zusammenfassung
Jan (van Vlaanderen), Bischof von Lüttich, gibt bekannt, daß Willem van Born, Pfarrer von Geertruidenberg, der aus der Haft freigelassen wurde, nach Vorlesung freiwillig den Bedingungen für die Wiederherstellung des Friedens zwischen ihm und der Äbtissin und dem Konvent von Thorn zustimmt. Auf Willems Bitte hin versieht der Bischof die Urkunde mit seinem Siegel. Jan macht dazu den für die nächsten sechs Monate gültigen Vorbehalt, Änderungen an den Bedingungen vornehmen zu können.
Lateinischer Text der Urkunde
Iohannesa, Dei gratia Leodiensis episcopus, .. universis presentes litteras inspecturis salutemb cum noticia veritatis.
Universitati vestre notum volumus esse quod Willelmusc dictus de Borne, investitus ecclesie Montis Sancte Gertrudis, emancipatus a vinculis et sue totaliter deditus libertati in nostra presentia constitutus cum honorabilibus et religiosis personis .. abbatissa et conventu Thorense concordiam et pacem inivit sua voluntate spontanea et arbitri sui motu libero, non coactus, secundum omnes et singulos conditiones et modos qui in litteris super ipsisd pace et compositione confectis et sigillatis nobilium virorum dominorum Willelmie, domini de Hornef, Willelmie, domini de Cranenduncg, Gossuinih, domini de Borne, Ostonis, filii eius, pro se, et nobilis viri domini Walrami de Fakomonti pro Arnoldo de Steyne, et domini Iohannis de Haskendalej, militis, pro Daniele de Goyrek, sigillis expressius continetur, quas quidem litteras coram nobis in presentia dicti Willelmie ipso vidente et audiente de verbo ad verbum lectas, sigillo nostro sigillari petivit et per nos dictas compositionem et pacem auctoritate ordinaria confirmari. Insuper dictis compositione et pace in suo robore duraturis religione interposita iuramenti promisit quodl quidquid nos ultra hoc quod predictum est decerneremus inter ipsos .. abbatissam et conventum ex una parte et predictum Willelmumm ex altera de iure vel ordinacione amicabili de omnibus controversiis que usque in presentem diem inter ipsos mote sunt seu moveri poterant statuendum, hoc idem Willelmusn ratum habebit et sub penis in litteris super predictis pace et ordinatione confectis expressis inviola[bi]l[i]ter observabit. Nos igitur pacem et concordiam predictas secundum omnes et singuloso condiciones suos et modos qui in super hoc confectis litteris exprimuntur, decernentes ratas et firmas remanere debere, illas auctoritate ordinaria confirmamus, sigillum nostrum ad petitionem dictarum partium predictis litteris que super ipsis pace et concordia facte sunt apponentes unacum sigillis domini Gerardip [de Nas]soue, Leodiensis archidiaconi, et nobilium predictorum, potestatem autem mutandi, addendi, minuendi ac etiam declarandi circa premissas pacem et compositionem, si necesse est, prout hoc videbimusq expedire nobis [de] consensu predictorum partium usque ad festum beati Remigii proxime reservamus ita quod predictarum pacis et concordie omnes et singuli condiciones et modi in suo robore maneant quos per nos declar[a]ri non contigerit vel mutari nostrarum presentium testimonio litterarum quibus sigillum nostrum est appens[um].
Actum et datum apud Hoyum, in die beate Gertrudis an[no] Domini Mo CoCo LXXXmo secundor.
a hiervoor aanvangsteken A.
b geknoeid in eerste letter A.
c Wilhelmus B.
d hiis B.
e Wilhelmi B.
f Hoerne B.
g Cranendonc B.
h Goswini B.
i Falcomont B.
j Falkendale B.
k Gore B.
l ontbreekt B.
m Wilhelmum B.
n Wilhelmus B.
o aldus A, singulas B.
p Gerarde B.
q d verbeterd uit andere letter door schrijfhand A.
r hierna sluitingsteken A.
Niederländische Übersetzung
Jan (van Vlaanderen), bisschop van Luik, maakt bekend dat Willem van Born, pastoor van Geertruidenberg, uit de boeien losgelaten en volledig in vrijheid gesteld, in zijn aanwezigheid uit vrije wil en niet gedwongen overeenstemming heeft bereikt en vrede gesloten met abdis en convent van Thorn volgens alle bepalingen en voorwaarden die zijn opgenomen in de oorkonde, hierover opgemaakt en bezegeld door Willem, heer van Horn, Willem, heer van Cranendonk, Gozewijn, heer van Born, Osto, zijn zoon, voor henzelf, en door Walram, heer van Valkenburg, voor Arnoud van Stein en Jan, heer van Haasdaal, ridder, voor Daniël van Goor. Deze oorkonde is in aanwezigheid van de bisschop van Luik en van Willem, pastoor van Geertruidenberg, die daarnaar keek en dat hoorde, woord voor woord voorgelezen en Willem heeft hem gevraagd de oorkonde te bezegelen en die verzoening en vrede met zijn autoriteit te bevestigen. Bovendien heeft Willem, om deze verzoening en vrede te laten duren, onder ede beloofd dat hij alles zal accepteren wat de bisschop nog meer rechtens of door minnelijke schikking zou bepalen tussen enerzijds abdis en convent en anderzijds hemzelf over alle onenigheid die tot op de dag van vandaag tussen hen heeft gespeeld dan wel zou hebben kunnen spelen en dat hij dit van waarde zal houden en ongeschonden in acht zal nemen onder de boete, genoemd in de oorkonde over de genoemde vrede en regeling.
De bisschop bevestigt deze vrede en overeenstemming volgens alle voorwaarden en bepalingen die in de hierover opgemaakte oorkonde staan en bezegelt op verzoek van genoemde partijen de oorkonde die over deze vrede en overeenstemming is opgesteld, samen met Gerard van Nassau, aartsdiaken van Luik, en de genoemde edelen. Hij behoudt zich echter met instemming van genoemde partijen de macht voor om, indien nodig, tot 1 oktober eerstkomend deze vrede en overeenstemming te wijzigen, aan te vullen, te verminderen of te verduidelijken op de manier zoals hij dat nodig zal vinden, zodanig dat alle voorwaarden en bepalingen van kracht blijven die verduidelijkt of gewijzigd zijn in de oorkonde die door de bisschop is bezegeld.
Gedaan en gegeven in Hoei, op 17 maart 1283.
Nadere toelichting
Lees meerJan (van Vlaanderen), bisschop van Luik, maakt bekend dat Willem, pastoor van Geertruidenberg, zich in zijn bijzijn heeft verzoend met abdis en convent van de abdij van Thorn, waarvan de voorwaarden zijn vastgelegd in de oorkonden d.d. 1283 januari 6 en 1283 (kort voor maart 16) en bevestigt deze onder voorbehoud van het recht om de daarin vervatte bepalingen tot 1 oktober eerstkomend te mogen wijzigen.
Origineel
A. Maastricht, HCL, toegangsnr. 01.187A, archief Vrije Rijksheerlijkheid Thorn, inv. nr. 59. Beschadigd met tekstverlies.
Aantekeningen op de achterzijde: 1o door eind 13e/begin 14e-eeuwse hand: De ecclesia Montis Sancte Gertrudis, 1282. – 2o door 17e-eeuwse hand: M doorgestreept. – 3o door 18e-eeuwse hand: G.
Bezegeling: één bevestigingsplaats, vermoedelijk voor het aangekondigde zegel van Jan (van Vlaanderen), bisschop van Luik (LS1).
Afschrift
B. eerste helft 15e eeuw, Ibidem, toegangsnr. 01.187B, archief Vrije Rijksheerlijkheid Thorn, inv. nr. 1628 (voorheen cartularium nr. 1) = Cartularium abbatiae imperialis Thorensis, 966-1600, p. 67-68 (oude fol. 38r-v), onder de rubriek: d, De ecclesia Montis Sancte Gertrudis, met in de marge M, naar A.
Uitgave
Niet eerder uitgegeven.
Regesten
Franquinet, Beredeneerde inventaris Thorn, 56-57, nr. 36 (gedateerd 1282 maart 17). – Habets, Archieven Thorn, 51, nr. 59 (gedateerd 1282 maart 17). – Haas, Chronologische lijst, 75, nr. 192 (gedateerd 1282 maart 17).
Datering
Het gebruik van paasstijl in het bisdom Luik is verondersteld, zie Camps, ONB I, XXI, en Dillo en Van Synghel, ONB II, XVII.
Ontstaan en samenhang
Onderhavige oorkonde hangt nauw samen met twee oorkonden uit 1283, uitgevaardigd door Willem, pastoor van Geertruidenberg, waarnaar in de dispositio wordt verwezen (zie Collectie Thorn, nrs. 48 en 49).
Deze oorkonde is gemundeerd door een scriptor uit de abdij van Thorn, die werkzaam was in de periode 1282-1283. Voor de lokalisering van deze scriptor, zie Collectie Thorn, nr. 45.
Tekstuitgave
Het onderscheid tussen c en t is niet goed zichtbaar. De lacunes in A zijn aangevuld naar B.
Partner
Spender