Kurze Zusammenfassung
Beatrix, Herrin von Valkenburg, bestätigt, dass Gerard Buc vor ihr, ihren Bediensteten, allen Einwohnern von Valkenburg und ihren Getreuen erklärt hat, dass sein Vater, Herr Emmo van Klimmen, dem Kloster Sint-Gerlach ein Haus mit Land in Voheim geschenkt hat. Das Haus war Teil seiner freien Besitztümer und wurde ordnungsgemäß auf ewig an das Kloster übertragen.
Lateinischer Text der Urkunde
Egoa Beatrix, Dei gratia dicta domina in Ualkinburch, omnibus tam presentibus quam futuris presentis scripti adtestacioneb innotesco quod Gerardus cognomento Buc in presencia nostra et multorum ministerialium et omnium civium de Ualkinburch et quamplurium fidelium nostrorum constitutus publice coram omnibus nobis professus est quod pater suus dominus Emmo de Clummene ecclesie sancti Gerlaci elemosinam de proprio allodio legavit domum et fundum in Voheim pro remedio anime sue et predecessorum suorum. Hoc insuper veraciter cum multa verborum inculcacione contestatur quod pater suus dicte ecclesie beati Gerlaci predictam elemosinam iuste et legaliter in perpetuum tradidit possidendam.
Nos vero ipsius testimonium in scriptum redigi et sigilli nostri munimine fecimus roborari.
Huius rei testes sunt: Adam de Hare, Adam de Mersene, Theodericus, advocatus, Renerus de Limmail, Heinmannus de Here, Randolfus et Godescalcus de Valkinburch et omnes pene meliores ministeriales nobis et filio nostro Theoderico, adhuc puero, adtinentes.
a vergrote initiaal A.
b aldus A, lees attestatione.
Niederländische Übersetzung
Beatrix, vrouwe van Valkenburg, maakt bekend dat Gerard Buc in aanwezigheid van haar, vele van haar ministerialen, alle inwoners van Valkenburg en verscheidene van haar getrouwen heeft verklaard dat zijn vader, heer Emmo van Klimmen, uit zijn allodiaal bezit een huis met grond te Voheim aan het klooster Sint-Gerlach heeft geschonken met het oog op zijn zielenheil en dat van zijn voorgangers. Daarenboven heeft Gerard betuigd dat zijn vader deze schenking rechtens en wettig aan het klooster heeft overgedragen in eeuwig bezit.
Beatrix heeft bezegeld.
Getuigen zijn: Adam van Borgharen, Adam van Meersen, Dirk, voogd, Reinier van Limmel, Heineman van Heer, Randolf en Godschalk van Valkenburg, en bijna alle aanzienlijke ministerialen die toebehoren aan Beatrix en aan Dirk, haar nog jonge zoon.
Nadere toelichting
Lees meerBeatrix, vrouwe van Valkenburg, oorkondt dat Gerard Buc ten overstaan van haar, haar ministerialen, alle inwoners van Valkenburg en haar getrouwen heeft verklaard dat zijn vader heer Emmo van Klimmen, uit zijn allodiaal bezit een huis met grond te Voheim aan het klooster Sint-Gerlach geschonken heeft en dat dit op de juiste wijze in eeuwig bezit is overgedragen.
Origineel
A. Maastricht, RHCL, toegangsnr. 14.D003, archief klooster Sint-Gerlach te Houthem, inv. nr. 95, reg. nr. 2.
Bezegeling: één uithangend bevestigd zegel, dat aangekondigd is, namelijk: S1 van Beatrix, vrouwe van Valkenburg, van lichtbruine was, beschadigd. Voor een beschrijving en afbeelding van S1, zie Venner, ‘Zegels klooster Sint-Gerlach’, 156-157.
Afschrift
Niet voorhanden.
Uitgave
a. Franquinet, Beredeneerde inventaris St. Gerlach, IV, 3-4, nr. 2, naar A.
Regesten
Haas, Inventaris Sint Gerlach, 67-68, reg. nr. 2 (gedateerd tussen 1228 en 1237). – Idem, Chronologische lijst, 38, reg. nr. 67 (gedateerd 1228-1237).
Datering
Deze oorkonde kan slechts bij benadering gedateerd worden. In onderhavige oorkonde treedt Beatrix op als vrouwe van Valkenburg na de dood van Dirk I, heer van Valkenburg, namens hun zoon Dirk, ‘adhuc puero’. Terminus post quem is het overlijden van Dirk I op 4 november 1227. De terminus ante quem is het jaar 1237, wanneer Dirk II voor het eerst optreedt als heer van Valkenburg (zie Venner, ‘Het eerste ridderzegel’, 57, en Corsten, ‘Die Herren’, 178-181).
Tekstuitgave
Het onderscheid tussen c en t is niet goed zichtbaar.
Partner
Spender