Kurze Zusammenfassung
Guda (van Rennenberg), Äbtissin, und der Konvent der Abtei Thorn auf der einen Seite und Jacob, Pfarrer von Gilze, auf der anderen Seite, schließen in Anwesenheit von Meister Pieter van Awans, Notar, einen Vertrag über die Zehnten in Gilze, Molenschot, Bavel, Chaam, Lijndonk, Tervoort, Ginneken, Ulvenhout, Galder, Notsel, IJpelaar, Princenhage, Effen, Burgst, Overveld, Etten und Sprundel und bitten den Bischof von Lüttich um Genehmigung und Bestätigung dieser Vereinbarung; das Domkapitel von Lüttich siegelt auf Wunsch beider Parteien mit.
Lateinischer Text der Urkunde
Niederländische Übersetzung
Guda, abdis, en het convent van de abdij van Thorn, alsmede Jacob, pastoor van Gilze, maken aan Hugo, bisschop van Luik, en aan zijn plaatsvervangers bekend dat zij met deze oorkonde verklaren dat Guda en haar voorgangsters in de abdij van Thorn zolang men zich kan heugen in de parochie van de moederkerk van Gilze, waarvan het patronaatsrecht aan de abdis toekomt, tot nu toe vredig zowel de novale als oude grote tienden bezitten, met uitzondering van de tienden van een hoeve, genaamd Kerkland, in deze parochie, alsmede van de plaatsen Molenschot, Chaam en Bavel, de bijkerken van de kerk van Gilze, en van de bijbehorende plaatsen Lijndonk en Tervoort, en ook de grote tienden, zowel de novale als de oude, van Ginneken, de bijkerken van Gilze, namelijk van Ulvenhout, Galder, Notsel, Klein Ulvenhout en IJpelaar. Het convent heeft sinds de laatste 28 jaar vreedzaam zowel de oude als de novale grote tienden van Mertersem bezeten, de appenditiën van de kerk van Gilze, met uitzondering van de tienden van Effen, Burgst, Overveld en van één hoeve, genaamd Kerckelandt, bezitting van Mertersem, alsmede twee derden van de oude en novale grote tienden van Etten, afhangend van de kerk van Gilze, en ook de oude en novale grote tienden van Sprundel. De pastoor van Gilze en zijn voorgangers hebben van oudsher voor hen en hun plaatsvervangers het volgende gehad en zijn daarmee tevreden geweest: de kleine tiend in de parochie van de moederkerk van Gilze en haar bijkerken, namelijk van Ginneken en Mertersem, én zowel de novale als de oude grote tienden uit de hoeven Kerckenlandt bij Gilze en Overveld, en van de plaatsen Molenschot, Chaam en Bavel, van de bijkerken van Bavel, van Effen, Burgst, Overveld, met de inkomsten en met andere goederen en zij waren daarmee tevreden. Jacob, pastoor van Gilze, erkent dit en verklaart dat de genoemde goederen die hij en zijn voorgangers hebben ter waarde van 40 pond kleine Tournoois per jaar, ruim volstaan ter ondersteuning van de parochiale lasten. Beide partijen zijn vriendschappelijk overeengekomen en bepalen dat abdis en convent van Thorn en degene die na hen in het klooster zullen zijn, deze novale en oude grote tienden van de genoemde plaatsen die zij hebben en bezitten, ook in de toekomst zullen hebben en vredig heffen. Met de andere tienden, inkomsten en genoemde goederen die voor Jacob en zijn opvolgers gereserveerd zijn, moeten Jacob en zijn opvolgers tevreden zijn. Beide partijen beloven dat zij alles zullen naleven en dat hierover geen controverse of betwisting zal worden aangegaan in de toekomst, noch door hen noch door een ander, van rechtswege of feitelijk, maar dat ze alles voor bekrachtigd zullen houden en hiertegen niets zullen doen.
Abdis en convent én Jacob vragen aan de bisschop van Luik en zijn plaatsvervangers om deze overeenkomst te ratificeren en bevestigen.
Zij hebben dit door een openbaar notaris laten opschrijven en doen publiceren en hebben er hun zegels aangehangen, samen met het zegel ten zaken van de kerk van Luik.
Gedaan door Jacob, pastoor van Gilze, op 22 mei 1299, te Baarle, in aanwezigheid van: Hendrik, vicaris van de kerk van Gilze, Lodewijk, kapelaan van Thorn, Gerard Haak, Arnoud Block en Willem van Hers, geletterde mannen van het bisdom Luik. Voor abdis en convent waren op 25 mei 1299 in Thorn als getuigen aanwezig: meester Willem, pastoor van Beek bij Bree in de Kempen, en Jan, pastoor van Thorn, Lodewijk en Rutger, kapelaans van Thorn, Willem van Hers en Hendrik van Roermond, koster in Thorn.
Meester Pieter van Awans, clericus, openbaar notaris, was samen met de genoemde getuigen bij deze overeenkomst, gedaan door beide partijen zoals hiervoor opgesteld, hij heeft de beloftes en bepalingen van de genoemde partijen ontvangen en op bevel van abdis en convent van Thorn én van Jacob, pastoor van Gilze, een openbaar instrument opgemaakt, waaraan hun zegels en het zegel ten zaken van de kerk van Luik hing, en hij heeft er zijn notaristeken op aangebracht.
Het kapittel van Luik heeft op verzoek van abdis en convent én van Jacob dit gewaarmerkt openbaar notarieel instrument ook bezegeld met het zegel ten zaken.
Nadere toelichting
Lees meerGuda (van Rennenberg), abdis, en het convent van de abdij van Thorn enerzijds en Jacob, pastoor van Gilze, anderzijds sluiten ten overstaan van meester Pieter van Awans, openbaar notaris, een overeenkomst inzake tienden te Gilze, Molenschot, Bavel, Chaam, Lijndonk, Tervoort, Ginneken, Ulvenhout, Galder, Notsel, IJpelaar, Princenhage, Effen, Burgst, Overveld, Etten en Sprundel en vragen goedkeuring en bevestiging van deze regeling aan de bisschop van Luik; het kathedrale kapittel van Luik bezegelt op verzoek van beide partijen mede.
Origineel
[A]. Niet voorhanden.
Uitgave
a. Dillo-Van Synghel, ONB II, 1058-1062, nr. 1399.
Partner
Spender