Kurze Zusammenfassung
Gottfried III., Herzog von Lothringen, und seine Söhne Heinrich und Adelbert sowie Hendrik III. van Limburg schenken der Abtei Kloosterrade den Teil der Zehnten von Lommersum, den Kunisa, Tochter von Herman van Reifferscheid, von ihnen zu Lehen hatte und zugunsten der Abtei abtrat.
Lateinischer Text der Urkunde
In nomine sanctę et individuę Trinitatis.
Ego Godefridus Dei gratia dux Lotharingię notum facio tam presentibus quam futuris in perpetuum quod quędam Kůniza filia Herimanni de Rifercsheit cum eodem patre suo et omnibus coheredibus suis, simul etiam cum marito suo Herimanno quandam partem decimę, quam a nobis in territorio Lomuntsheim iure feodi possederunt, per manus nostras Rodensi tradiderunt ęcclesię et coram idoneis testibus sollemniter postea huic suo renunciaverunt feodo. Quo facto tam ego quam dominus Heinricus de Limburch et filii mei Heinricus et Albertus predictam decimam pro anima uxoris meę dominę Margeretę omniumque parentum nostrorum Rodensi delegavimus ęcclesię.
Hoc ergo ut ratum et inconvulsum permaneat, sigillo nostro munimus imprecantes ut, siquis ea quę secundum Deum et consuetudinem terrę rationabiliter facta sunt, infringere temptaverit, regno Dei privetur et infernalibus pęnis, nisi resipiscat, multetur.
Acta sunt hęc anno dominicę incarnationis M C LXXo IIIo, indictione VIa, concurrente VIIa, sub testibus idoneis quorum hęc sunt nomina: Christianus canonicus Bonnę, Herimannus frater eius, item Winricus frater eorumdem, Teodricus et filius eius de Wrisheim, Gerlacus et frater eius Godescalcus de Bodenheim, Lůdowicus et frater eius Embrico et quamplures de familia Lomuntsheim.
Niederländische Übersetzung
Godfried, hertog van Lotharingen, maakt bekend dat Kunisa, dochter van Herman van Reifferscheid, samen met haar vader en al zijn mede-erfgenamen en met haar echtgenoot Herman een zeker deel van de tiend, die zij leenrechtelijk bezitten in het rechtsgebied van Lommersum, door de hand van Godfried heeft overdragen aan de abdij Kloosterrade en in het bijzijn van getuigen afstand hebben gedaan van hun leen. Daarna hebben zowel Godfried als heer Hendrik van Limburg en Godfrieds zonen, Hendrik en Adelbert, deze tiend voor het zielenheil van Godfrieds echtgenote Margareta en van hun ouders aan de abdij toevertrouwd.
Godfried heeft bezegeld.
Gedaan [tussen 25 december 1172 en 24 december] 1173.
Getuigen waren: Christiaan, kanunnik van Bonn, zijn broers Herman en Winrik, Diederik van Friesheim en zijn zoon, Gerlach van Bodenheim en zijn broer Godschalk, Lodewijk en zijn broer Embrico, en vele andere leden van de familia te Lommersum.
Nadere toelichting
Lees meerGodfried III, hertog van Lotharingen, en zijn zonen Hendrik en Adelbert schenken, samen met Hendrik III van Limburg, aan de abdij Kloosterrade het deel van de tienden te Lommersum, dat Kunisa, dochter van Herman van Reifferscheid van hen in leen hield en ten gunste van de abdij heeft afgestaan.
Origineel
A. Maastricht, HCL, toegangsnr. 14.D004, archief abdij Kloosterrade, inv. nr. 803, 1.
Uitgave
a. Polak en Dijkhof, Oorkondenboek Kloosterrade, 89-91, nr. 38, naar A,
Datering en echtheid
Voor de datering en de eventuele onechtheid van deze oorkonde, zie de uitgave van Polak en Dijkhof.
Partner
Spender