Nummer 19

1262 oktober 13
Typ
Kirchlich
Teilen Sie diese Urkunde

Kurze Zusammenfassung

Hendrik III., Bischof von Lüttich, teilt mit, daß Reinier, Scholaster in Tongeren und sein Provisor in geistlichen Angelegenheiten, auf seine Bitte hin und mit besonderen Anweisungen die Abtei Thorn erneut besucht hat. Da Reinier festgestellt hat, daß die Präbenden (Pfründe) der Kanoniker und Nonnen zu klein sind, um davon leben zu können, beschließt der Bischof, daß die Äbtissin, die das Patronatsrecht über die Kirche von Baarle innehat, dort mit Zustimmung der Kanoniker und Nonnen einen Pfarrer einsetzen wird. Der zu ernennende Geistliche muß die Priesterweihe empfangen oder empfangen haben, freiwillig auf ein anderes Benifizium (Pfründe) verzichten und innerhalb eines Jahres nach der Ernennung in Baarle wohnen. Ihm wird eine angemessene Pfründe zugewiesen. Der Rest der Früchte der Kirche von Baarle wird von den Kanonikern und Klosterschwestern von Thorn zur Erhöhung ihrer Pfründen verwendet, die gleich hoch  und für immer gleich sein werden.

Lateinischer Text der Urkunde

Niederländische Übersetzung

Hendrik, bisschop van Luik, deelt mee dat meester Reinier, scholaster in Tongeren en zijn provisor in geestelijke zaken, ondersteund door verstandige en integere mannen, op bisschoppelijk gezag en volgens speciale opdracht in de abdij van Thorn opnieuw een visitatie heeft uitgevoerd. De bisschop heeft daaruit onder meer begrepen dat Reinier bij de recente visitatie had ontdekt dat de prebenden van de kanunniken en kloosterzusters van Thorn zo mager en gering zijn, dat zij alleen daardoor geenszins onderhouden kunnen worden. Omdat het klooster zelf zware en veelsoortige schade in geestelijke en wereldlijke zaken lijdt, heeft Hendrik na raadpleging van aanzienlijke juristen gemeend dat met instemming en de wil van Hildegonde, abdis van Thorn, besloten en geregeld moet worden dat de abdis of zij die dat te zijner tijd zal zijn in de kerk van Baarle, waarvan de collatie en presentatie tot op heden ongestoord toekwam aan de abdis en in welke kerk nagenoeg nooit een pastoor een bediening heeft uitgevoerd, met instemming van kanunniken en kloosterzusters van Thorn een pastoor aanstelt als de kerk vrijkomt, die de zielzorg verricht, er persoonlijk woonachtig is en er de diensten uitoefent, en dat niemand in die kerk aangesteld wordt dan een priester ofwel iemand die er vanaf de dag van zijn aanstelling binnen één jaar wil, kan en verplicht is daar woonachtig te zijn. Ook mag de priester niets ontvangen van zijn pastoorsambt totdat hij zijn priesterwijding ontvangen zal hebben. In de tussentijd zullen echter de kanunniken en kloosterzusters van Thorn de vruchten van zijn aanstelling ontvangen en die aanwenden voor de na te komen verplichtingen van hun klooster, maar wel met inachtneming van het feit dat in de tussentijd de kerk van Baarle niet ontdaan wordt van de gehoorzaamheidsplicht. Hendrik wil ook en draagt op dat de pastoor voorzien wordt van een passend beneficie, namelijk ter waarde van minstens twintig pond Leuvens jaarlijks. De rest van de vruchten van de kerk van Baarle zullen de kanunniken en kloosterzusters van Thorn vanwege hun armoede aanwenden ter vermeerdering van hun prebenden, want de bisschop was immers van mening dat de rest bestemd moest worden voor een dergelijke vermeerdering. De pastoor zal ook plechtig zweren dat hij het genoemde aandeel zonder vermindering zal ontvangen en aanwenden voor zijn eigen gebruik. En als hij toevallig elders beneficiant zou zijn van een beneficie met een verplichting tot residentie, zal hij daarvan terstond na het verwerven van de huidige aanstelling vrijwillig afstand doen. Ook zal de pastoor verantwoording afleggen over zijn rechten aan het bisdom, de aartsdiaken en de dekens. De bisschop van Luik verordent eveneens dat de prebenden van de kanunniken en kloosterzusters vanaf de eerstvolgende 24 juni tot de daarop volgende bij het ontvangen van vruchten gelijk zijn en voor altijd gelijk blijven.
Hendrik heeft bezegeld.

Gegeven op 13 oktober 1262.

Genannte Personen
Hendrik III, bisschop van Luik
abdij van Thorn
Reinier, meester, scholaster in Tongeren en procurator in geestelijke zaken van Hendrik III, bisschop van Luik
Hildegonde, abdis van Thorn
kanunniken en kloosterzusters van Thorn
bisdom Luik
aartsdiaken van Luik
Genannte Orte
Baarle
Münze von Leuven
Ausgabe
Geertrui Van Synghel
Der folgende Text wird nicht übersetzt, wenn eine andere Sprache ausgewählt wird
Teilen Sie diese Urkunde

Partner

Spender

Familie Beijer
© 2023 WaarvanAkte.eu, eine Initiative der Stichting Limburgse Oorkonden
Erstellt von Hive Collective