Nummer 26

1267 januari 25
Typ
Wirtschaftlich
Teilen Sie diese Urkunde

Kurze Zusammenfassung

Die Schöffen von Maastricht beurkundeten, dass Jan, ein Verwandter von Tis, einen jährlichen Cijns von zwölf Lütticher Schilling und zwei Kapaunen, der auf einem Haus am Houtmarkt (in Maastricht) lastet, an die jungen Mädchen Ida und Margareta, Beginen, Töchter von Godfried van Wiggarberge, verkauft hat.

Lateinischer Text der Urkunde

Universisa ad quos presens scriptum pervenerit Daniel, Godefridus, Florentii filius, Gerardus, Gosmari filius, et Iohannes Sueuus, scabini Traiectenses, scire veritatem.

Testimonio litterarum presentium cum appensione nostrorum sigillorum protestamur quod interfuimus tamquam scabini ad hoc specialiter vocati ubi Iohannes, dictus cognatus Tiselini, in nostra presentia vendidit Ide et Margarete, puellis, beghinis, filiabus Godefridi de Wiggarberge, duodecim solidos Leodiensis et duos capones annui census in domo quadam, sita in Foro Lignorum, quam Adam qui pottos parat iure hereditarie tenet et a dicto Iohanne tenuerit, de qua domo solvunt heredes et solvent hereditarie de dictis duodecim solidis et duobus caponibus viginti et unum denarium Leodiensis et unum caponem annuatim monachis de Valle Dei etb quam domum et omnem censum domus dictus Iohannes Tiselinic et eius uxor necnon et eorum pueri ad opus dictarum puellarum, beghinarum, Ide videlicet et Margarete, effestucaverunt et omni iuri suo quod in dicta domo sollempniter renunciaverunt, et tantum fecerunt quod satisfactum fuit per omnia. Warandiam et omnem rationabilem querelam deponere infra annum et diem promiseruntc. Adiectumc est etiam [quo]d si aliquis dictam venditionem infra annum et diem a dictis puellis evicerit, quod Teutonice dicitur bescodden, extunc dictus Iohannes per tanti temporis spatium tantos denarios dictis puellis concedere tenetur per quod tempus denarios dictarum puellarum dictus Iohannes penes se dinoscitur tenuisse. Super condicionibus omnibus supradictis firmiter observandis curtim suam et domum suam in Foro et omnia alia bona sua titulo pignoris eisdem obligavit. Et promisit quod si aliquid ex dicto Adam per iusticiam scabinorum aut per amicitiam impetrare poterit, illud vendet dictis puellis secundum ratam et denariorum equivalentiam.

Actum anno Domini Mo CCo LXo sexto, in conversione beati Paulid.

Niederländische Übersetzung

Daniel, Godfried, zoon van Florens, Gerard, zoon van Gosmar, en Jan Suevus, schepenen van Maastricht, maken onder aanhechting van hun zegels bekend dat zij als schepenen aanwezig waren toen Jan, bloedverwant van Tis, aan de jonge meisjes Ida en Margareta, begijnen, dochters van Godfried van Wiggarberge, een jaarlijkse cijns van twaalf schelling Luiks en twee kapoenen heeft verkocht, gevestigd op een huis op de Houtmarkt dat Adam, pottenbakker, erfrechtelijk van Jan houdt. Uit dit huis zullen de erfgenamen van de genoemde twaalf schelling en twee kapoenen jaarlijks 21 penning Luiks en één kapoen aan de monniken van Val-Dieu betalen. Jan, bloedverwant van Tis, zijn echtgenote en hun kinderen hebben ten behoeve van Ida en Margareta afstand gedaan van het huis en de gehele cijns daaruit en hebben plechtig afgezien van elk recht dat zij in dit huis hebben en ze hebben zoveel gedaan dat aan alle eisen is voldaan. Zij hebben beloofd binnen jaar en dag vrijwaring te verstrekken en elke redelijke klacht af te doen. Ook is er aan toegevoegd dat, indien iemand de verkoop binnen jaar en dag bij Ida en Margareta uitwint, wat in de volkstaal bescodden wordt genoemd, Jan vanaf dat moment zoveel penningen aan de meisjes zal moeten afstaan als hij onder zich heeft gehouden. Om zich te houden aan alle voorwaarden heeft Jan zijn hof en huis op de Markt en al zijn andere goederen als onderpand gesteld. Hij heeft tevens beloofd dat hij, mocht hij van Adam iets verwerven door een schepenvonnis of door vriendschap, hij dit aan Ida en Margareta zal verkopen volgens het tarief en het equivalent van de penningen.

Gedaan op 25 januari 1267.

Genannte Personen
Adam, pottenbakker
Daniel supra Forum, schepen van Maastricht
Gerard, zoon van Gosmar, schepen van Maastricht
Godfried van Wiggarberge, vader van Ida en Margareta, begijnen
Godfried, zoon van Florens, schepen van Maastricht
Gosmar, vader van Gerard
Ida, begijn, dochter van Godfried van Wiggarberge, zus van Margareta
Jan, bloedverwant van Tis
Jan Suevus, schepen van Maastricht en schepen van de hof van Lenculen, vader van Hendrik en Jan
Margareta, begijn, dochter van Godfried van Wiggarberge, zus van Ida
Tis, bloedverwant van Jan
monniken van Val-Dieu te Aubel
Genannte Orte
Münze von Lüttich
Maastricht
Houtmarkt
Markt
Ausgabe
Geertrui Van Synghel
Der folgende Text wird nicht übersetzt, wenn eine andere Sprache ausgewählt wird
Teilen Sie diese Urkunde

Partner

Spender

Familie Beijer
© 2025 WaarvanAkte.eu, eine Initiative der Stichting Limburgse Oorkonden
Erstellt von Hive Collective