Kurze Zusammenfassung
Die Schöffen von Maastricht beurkunden, dass Dirk, Mönch der Abtei Val-Dieu (in Aubel), im Namen von Abt und Konvent zwei Häuser in der Sint-Amorstraat (in Maastricht) an Godfried, Bäcker, übertragen hat gegen eine jährliche Erbschaftssteuer von achtzehn Lütticher Schilling und vier Kapaunen.
Lateinischer Text der Urkunde
Universisa ad quos presens scriptum pervenerit Baldewinus de Molendino et Godefridus Oze, scabini Traiectenses, scire v[eritatem].
Present[i] test[imo]n[ium] appensione sigillorum protestamur quod interfuimus tamquam scabini ubi frater Theodericus de Valle Dei nomine sui abbatis et conventus loci eiusdem contulit quasdam duas domus cum suis appendiciis, sitas in Platea Sancti Amoris, Godefido, pistori, iure hereditario annuatim possidendas pro decem et octo solidis Leodiensis et quatuor caponibus in tribus terminis anni pagandis, videlicet in Nativitate Domini sex solidos cum caponibus, item in Pascha sex solidos et in festo sancti Petri ad Vincula sex solidos residuos, et intrat annum et exit in eodem festo.
Actum anno Domini Mo CCo LX nono, dominica ante beati Marchi ewangelisteb.
Niederländische Übersetzung
Boudewijn de Molendino (van de Molen) en Godfried, (zoon) van Osa, schepenen van Maastricht, maken onder aanhechting van hun zegels bekend dat zij als schepenen aanwezig waren toen Dirk, monnik van Val-Dieu, namens abt en convent van Val-Dieu twee huizen met hun aanhorigheden, gelegen in de Sint-Amorstraat, heeft overgedragen aan Godfried, bakker, om deze jaarlijks erfrechtelijk te bezitten voor achttien schelling Luiks en vier kapoenen, in drie termijnen te betalen, namelijk zes schelling op Kerstmis met de vier kapoenen, zes schelling op Pasen en zes op één augustus, en het jaar zal ingaan en eindigen op dezelfde feestdag.
Gedaan op 21 april 1269.
Nadere toelichting
Lees meerPartner
Spender
.avif)
