Nummer 35

1270 mei 15
Typ
Kirchlich
Teilen Sie diese Urkunde

Kurze Zusammenfassung

Engelbert van Isenburg, Erzdiakon von Lüttich, billigt die Bestimmungen, die der verstorbene Meister Reinier, Scholaster in Tongeren und Provisor in geistlichen Angelegenheiten von Hendrik III., Bischof von Lüttich, nach seiner Visitation der Abtei Thorn für die Erfüllung der Pfarrstelle in der Kirche von Baarle festgelegt hatte. Mit Zustimmung der Äbtissin, der Kanoniker und der Nonnen von Thorn sowie des Pfarrers von Baarle, Gozewijn, fügte er eine Reihe neuer Bestimmungen über die Einkünfte der Kirche von Baarle hinzu. Alle Zehnten, die die Pfarrer normalerweise in den Kirchen von Baarle und Mierlo erhielten, werden abgetreten, um die Pfründe der Kanoniker und Klosterschwestern von Thorn zu erhöhen. Die Äbtissin wird dem Pfarrer eine vereinbarte Menge Weizen und Gerste aus den ihr und ihrer Kirche gehörenden Zehnten in Baarle und Mierlo geben.

Lateinischer Text der Urkunde

Niederländische Übersetzung

Engelbert van Isenburg, aartsdiaken van Luik, maakt bekend dat wijlen meester Reinier, scholaster in Tongeren en provisor in geestelijke zaken van Hendrik, bisschop van Luik, op speciaal bevel van de bisschop het klooster van Thorn heeft gevisiteerd en heeft bepaald dat de abdis van Thorn, of zij die dat te zijner tijd zal zijn, in de parochiekerk van Baarle, waarvan de collatie en presentatie tot op heden ongestoord toekwam aan de abdis en in welke kerk nagenoeg nooit een pastoor persoonlijk een bediening heeft uitgeoefend, met instemming van kanunniken en kloosterzusters van Thorn een pastoor aanstelt als de kerk vrijkomt, die daar de zielzorg verricht en er persoonlijk woonachtig is en er de diensten uitoefent. En dat niemand in die kerk wordt aangesteld dan een priester ofwel iemand er vanaf de dag van zijn aanstelling binnen één jaar wil, kan en verplicht is woonachtig te zijn, en dat de priester niets ontvangt van zijn pastoorsambt totdat hij zijn priesterwijding ontvangen zal hebben. Engelbert heeft daarom als aartsdiaken en degene die de onmiddellijke rechtsmacht heeft over de kerk van Baarle deze gemaakte verordeningen goedgekeurd. Bovendien bepaalt hij met instemming van abdis, kanunniken en kloosterzusters van Thorn én met die van Gozewijn, pastoor van Baarle, het volgende over de vruchten van de kerk van Baarle: Gozewijn en zijn opvolgers zullen voor eeuwig de kleine tiend van Baarle en Mierlo verwerven, de inkomsten van de voornoemde altaren met de hoofdcijns en eveneens de grond die tot het bezit behoort van de kerk van Baarle en die geschat wordt op vijf bunder. Bovendien bepaalt Engelbert dat alle tienden die de pastoors gewoon waren te ontvangen in de kerken van Baarle en Mierlo vanwege de geringe omvang van de prebenden van de kanunniken en kloosterzusters van Thorn, integraal zullen worden afgestaan ter vermeerdering van deze prebenden. De abdis van Thorn zal in elk geval uit de tienden die haar en haar kerk in Baarle en Mierlo toebehoren, ieder jaar twaalf sister betalen aan Gozewijn, pastoor van Baarle, en zijn opvolgers, ook indien toevallig niets of weinig van de genoemde tienden komt; de helft daarvan zal tarwe en de helft gerst zijn, Antwerpse maat, waarvan de helft van de genoemde sisters te leveren is met Allerheiligen en de andere helft met Lichtmis daaropvolgend. Ook wil Engelbert dat de gehele tienden van de abdis en de kerk van Thorn die zij bezitten in de kerken van Baarle en Mierlo voor eeuwig verplicht zullen zijn tot betaling van de genoemde twaalf sister aan Gozewijn en zijn opvolgers. Hij bepaalt ook dat elke pastoor van Baarle plechtig zal zweren dat hij het genoemde deel zonder vermindering zal ontvangen en tot zijn gebruik aanwenden. En als hij toevallig elders beneficiant zou zijn van een beneficie met een verplichting tot residentie, dan zal hij daarvan terstond na het verwerven van de huidige aanstelling vrijwillig afstand doen. De pastoor van Baarle zal in de toekomst over zijn rechten en die van de aartsdiaken verantwoording afleggen aan de bisschop van Luik, aan Engelbert, de huidige aartsdiaken, en aan zijn opvolgers, en aan de deken.

Engelbert heeft bezegeld, samen met abdis en convent van Thorn, evenals Gozewijn; zij stemmen allen in met de bovenstaande bepalingen.

Gedaan en gegeven op 15 mei 1270.

Genannte Personen
Engelbert van Isenburg, aartsdiaken van Luik
Reinier, meester, scholaster in Tongeren en procurator in geestelijke zaken van Hendrik III, bisschop van Luik
Hendrik III, bisschop van Luik
abdij van Thorn
abdis en convent van Thorn
Gozewijn, pastoor van Baarle
abdis van Thorn
kanunniken en kloosterzusters van Thorn
Genannte Orte
Baarle
Mierlo
Maß von Antwerpen
Ausgabe
Geertrui Van Synghel
Der folgende Text wird nicht übersetzt, wenn eine andere Sprache ausgewählt wird
Teilen Sie diese Urkunde

Partner

Spender

Familie Beijer
© 2023 WaarvanAkte.eu, eine Initiative der Stichting Limburgse Oorkonden
Erstellt von Hive Collective