Kurze Zusammenfassung
Die Brüder Willem von Holset, Gillis von Treverstorf, Simon von Remersdaal, Ritter, erklären, dass ihre Eltern, Ritter Simon von Remersdaal und seine Frau Mabelia, mit ihrem Einverständnis ihrem Sohn Olivier einen Zehnten in Remersdaal vermacht haben, unter der Bedingung, dass nach seinem Tod die eine Hälfte davon an die Abtei Kloosterrade und die andere Hälfte an das Frauenkloster Sinnich fallen soll.
Lateinischer Text der Urkunde
Universis presentes litteras inspecturis Willelmus de Holseit, Egidius de Treuersdorph, Symon de Reymersdale milites et fratres, salutem cum notitia veritatis.
Noverint universi et singuli quod dominus Symon de Reymersdale quondam miles et Mabilia uxor eius parentes nostri de nostra voluntate et assensu legaverunt domino Oliuero filio suo quandam decimam iacentem in territorio et parrochia de Reymersdale ad vitam suam, tali conditione quod post vitam dicti domini Oliueri medietas prefate decime cedet conventui monachorum regularium in Rode, alia vero medietas cedet conventui monialium in Syneke ad pitantiam ipsius conventus.
In cuius rei testimonium sigilla nostra presentibus litteris duximus apponenda.
Datum anno Domini Mo CCo nonagesimo, mense iunio.
Niederländische Übersetzung
Willem van Holset, Gillis van Treversdorp en Simon van Remersdaal, ridders en broers, maken bekend dat hun ouders, wijlen heer Simon van Remersdaal en zijn echtgenote Mabilia, ingevolge hun wil en met hun instemming aan heer Olivier, hun zoon, voor de duur van zijn leven een tiend hebben gelegateerd in de parochie Remersdaal op voorwaarde dat de ene helft van deze tiend na de dood van Olivier toekomt aan het convent van Kloosterrade en de andere aan de nonnen van Sinnich als pitantie voor het convent.
Willem van Holset, Gillis van Treversdorp en Simon van Remersdaal hebben bezegeld.
Gegeven in juni 1290.
Nadere toelichting
Lees meerDe gebroeders Willem van Holset, Gillis van Treverstorf, Simon van Remersdaal, ridders, verklaren dat hun ouders, ridder Simon van Remersdaal en zijn echtgenote Mabelia, met hun instemming een tiend te Remersdaal aan hun zoon Olivier hebben vermaakt, op voorwaarde dat na diens dood de ene helft daarvan aan de abdij Kloosterrade en de andere helft aan het vrouwenklooster Sinnich zal toevallen.
Origineel
A. Maastricht, HCL, toegangsnr. 14.D004, archief abdij Kloosterrade, inv. nr. 813.
Uitgave
a. Polak en Dijkhof, Oorkondenboek Kloosterrade, 248-249, nr. 133, naar A.
Partner
Spender