Kurze Zusammenfassung
Guda (van Rennenberg), Äbtissin, und Konvent der Abtei Thorn schenken Jan van Baexem, Pfarrer von Thorn, jährlich Roggen und Hafer, solange er lebt. Auf die Gefahr hin, dieses Geschenk zu verlieren, verspricht Jan, eine päpstliche oder andere Bestätigung zugunsten der Äbtissin und des Konvents über die Erhebung von zwei Dritteln der Novalzehnten in den Kirchen, deren Patronatsrecht sie haben, zu genehmigen. Sollte dazu eine Urkunde erforderlich sein, wird er sie mit seinem eigenen Siegel besiegeln.
Lateinischer Text der Urkunde
Universis presentes litteras inspecturis Guda, divina miseratione abbatissa, totusque conventus monasterii Thorensis salutem et cognoscere veritatem.
Noveritis universi quod nos dilecti nostri domini Iohannis de Baxen, investiti ecclesie Thorensis, et suorum affectum quem circa nostrum habent monasterium attendentes, ipsi Iohanni donamus et annuatim in festo beati Martini promittimus solvere decem maldra siliginis et decem avene, mensure que in districtu dominii de Horne communius observatur, percipienda ab eodem Iohanne quamdiu vixerit et non ultra. Ego autem investitus predictus sub periculo et amissione dictorum viginti maldrorum promitto quantum in me est, si dicte abbatissa et conventus super percepcione decimarum novalium pro duabus partibus in ecclesiis quarum sunt patrone, possint a domino papa vel alias confirmacionem vel indulgentiam aliquam optinere, ego illi confirmacioni seu indulgencie meum consensum et promocionem, si quam potero, adhibebo et litteras, si que super optinenda et procuranda dicta confirmacione seu indulgentia conficientur, sigillo meo proprio debeo sigillare.
Presentium quibus sigillum meum unacum sigillis domine abbatisse et conventus appensum est testimonio litterarum.
Datum anno Domini Mo CCo octuagesimo septimo, in die beate Margarete virginis.
Niederländische Übersetzung
Guda, abdis, en het convent van de abdij van Thorn maken bekend dat zij Jan van Baexem, pastoor van Thorn, tien malder rogge en tien malder haver geven in de maat die in het gebied van de heerlijkheid van Horn gebruikelijk is en beloven die jaarlijks op 11 november te leveren zolang hij leeft. Jan belooft, voor zover dat aan hem is, op gevaar van verlies van de genoemde twintig malder dat, indien abdis en convent over de heffing van de novale tienden voor de twee derden in de kerken waarvan zij de patroon zijn van de paus of anders een bevestiging of vergunning zouden krijgen, dat hij daar dan, als dat al in zijn macht ligt, zijn instemming en steun aan zal geven. En indien daar een oorkonde moet over worden opgesteld om deze bevestiging of vergunning te verkrijgen, dan zal hij die met zijn eigen zegel bezegelen.
Jan, pastoor van Thorn, en abdis en convent van Thorn hebben bezegeld.
Gegeven op 13 juli 1287.
Nadere toelichting
Lees meerGuda (van Rennenberg), abdis, en convent van de abdij van Thorn geven aan Jan van Baexem, pastoor van Thorn, jaarlijks tien malder rogge en tien malder haver zolang hij leeft. Jan belooft op gevaar van verlies van deze schenking zijn goedkeuring te hechten aan een pauselijke of een andere bevestiging ten gunste van abdis en convent inzake de heffing van twee derden van de novale tienden in de kerken waarvan zij het patronaatsrecht hebben. Indien hiervoor een oorkonde moet worden opgesteld, dan zal hij die met zijn eigen zegel bezegelen.
Origineel
[A]. niet voorhanden, maar bekend uit B.
Afschrift
B. 14e eeuw, Maastricht, HCL, toegangsnr. 01.187A, archief Vrije Rijksheerlijkheid Thorn, inv. nr. 102a, naar [A].
Uitgave
a. Habets, Archieven Thorn I, 60, nr. 67, naar B.
Partner
Spender