Nummer 61

1292 september 15
Typ
Wirtschaftlich
Teilen Sie diese Urkunde

Kurze Zusammenfassung

Der römische König Adolf bestätigt der Äbtissin und dem Konvent von Thorn den Besitz der Güter in Medemblik in der Grafschaft Friesland und in Niedermaasland, die Graf Ansfried der Abtei geschenkt hatte, nachdem er sie selbst vom römischen König Otto III. erhalten hatte.

Lateinischer Text der Urkunde

Niederländische Übersetzung

Rooms-koning Adolf heeft alle schenkingen en giften bevestigd, gedaan aan de abdij van Thorn door wijlen graaf Ansfried in Medemblik en in het graafschap Friesland, in de plaats die Nedermaasland wordt genoemd, in het bisdom Utrecht, met alle rechten en toebehoren die Ansfried hield en bezat van het keizerrijk, zoals Adolf heeft opgemaakt uit de privileges die wijlen rooms-koning Otto aan Ansfried heeft verleend. Adolf bevestigt deze privileges en vernieuwt, keurt goed en bekrachtigt ook de privileges die Otto heeft toegestaan en verleend aan Ansfried, die Ansfried op gelijke wijze heeft verleend aan de abdij van Thorn alsof de inhoud hiervan woordelijk in deze oorkonde zou zijn opgenomen. Hij staat abdis en convent van de abdij van Thorn toe dat zij alles wat in deze privileges is uitgedrukt, vreedzaam en rustig bezitten met het recht en de gewoonte zoals de graaf dit gebruikte, zonder om het even welk beletsel.

Adolf heeft bezegeld.

Gegeven te Keulen, op 15 september 1292.

Genannte Personen
Adolf, rooms-koning
abdis en convent van Thorn
Ansfried, leenman van Otto I, rooms-koning, graaf (van Hoei), echtgenoot van Hilzondis, gravin van Strijen
Otto III, rooms-koning
bisdom Utrecht
Genannte Orte
Medemblik
Grafschaft Friesland
Nedermaasland
Köln
Ausgabe
Geertrui Van Synghel
Der folgende Text wird nicht übersetzt, wenn eine andere Sprache ausgewählt wird
Teilen Sie diese Urkunde

Partner

Spender

Familie Beijer
© 2023 WaarvanAkte.eu, eine Initiative der Stichting Limburgse Oorkonden
Erstellt von Hive Collective