Kurze Zusammenfassung
Der römische König Adolf gibt bekannt, daß er auf Ersuchen der Äbtissin und des Konvents der Abtei Thorn die Urkunde von Reinald I., Graf van Gelre, vom 12. Dezember 1282, über den Verzicht auf Abgaben und andere Gelder durch Willem II. van Horn (und Altena) als Vormund des Landes Thorn genehmigt und bestätigt hat.
Lateinischer Text der Urkunde
Niederländische Übersetzung
Adolf, rooms-koning, maakt bekend dat hij de hieronder geschreven oorkonde heeft gezien en gehoord die niet is doorgehaald noch uitgewist noch in enig onderdeel verdacht is, bezegeld door Reinald, graaf van Gelre, Willem, heer van Horn, Walram, heer van Valkenburg, Gozewijn, heer van Born, Gerard van Batenburg en Dirk, voogd van Roermond, en met de volgende inhoud:
‒ ‒ ‒ (hierna volgt de tekst van Van Synghel, DONB, nr. 1282.12.12).
Adolf, rooms-koning, hecht op verzoek van abdis en convent van de abdij van Thorn zijn goedkeuring aan het bovenstaande zoals dit naar behoren lijkt te zijn gedaan, keurt de oorkonde, bezegeld met de genoemde zegels en overgedragen aan de abdij, op alle punten goed, bevestigt deze en versterkt ze door de bevestiging van zijn majesteitszegel.
Gegeven te Keulen, op 17 september 1292.
Nadere toelichting
Lees meerRooms-koning Adolf vidimeert en bevestigt op verzoek van abdis en convent van de abdij van Thorn de oorkonde van Reinald I, graaf van Gelre, d.d. 1282 december 12, inzake de afstand van rechten op belastingen en beden door Willem II, heer van Horn (en Altena), als voogd van het land van Thorn.
Origineel
A. Maastricht, HCL, toegangsnr. 01.187A, archief Vrije Rijksheerlijkheid Thorn, inv. nr. 76.
Uitgave
a. Van Synghel, DONB, nr. 1292.09.17, zie http://www.donb.nl/database/weergave/oorkonde/12920917uitgaveDONB2011, naar A.
Partner
Spender