Kurze Zusammenfassung
Dirk II., Herr von Valkenburg,hat dem Verwalter und dem Kloster Sint-Gerlach in Houthem seinen Wald Vorbusde, der zu seinem Grundbesitz in Houthem gehörte, verkauft, und schenkte dem Kloster einen Teil des Kaufpreises.
Lateinischer Text der Urkunde
Theodericusa, dominus de Valkinburgh, omnibus presens scriptum visuris salutem et scire veritatem.
Ne labatur a memoria hominum quod in tempore geritur, scripture durabilis testimonio roboratur.
Eapropter ad noticiam tam presentium quam futurorum volumus pervenire quod nos silvam quandam, que vulgo dicitur Vorbusde, sitam in allodio de Holthem, que ad nos pertinebat, vendidimus preposito et ecclesie sancti Gerlaci, Leodiensis dyocesis, cum fundo et superficie ipsius silve iure proprietatis dicte ecclesie in perpetuum possidendam. Sed quia minus iusto precio predictam silvam eidem ecclesie vendidimus, idcirco quicquid de hoc minus erat in venditione predicta, hoc colligatum venditioni ob remedium anime nostre et predecessorum nostrorum in elemosinam tradidimus ecclesie memorate.
Huic siquidem venditioni interfuerunt de hominibus nostris, quorum hec sunt nomina: Alardus, miles, de Hafkildale, Adam, miles, de Haren, Gozuinus dictus Dukere, miles, et Adam, filius Ade, militis, de Haren, Gerardus, miles, de Aldenualkinburgh, Willelmus de Beike et alii quamplures.
Ad maiorem igitur huius facti confirmationem, ne in posterum oriatur questio super premissis, presentem paginam predictis preposito et ecclesie sancti Gerlaci tradidimus sigilli nostri munimine roboratam.
Homines vero nostri qui dicto contractui interfuerunt: Alardus, videlicet miles, de Hafkisdale, Adam, miles, de Haren, et Gozuinus, miles, dictus Dukere de consensu et voluntate nostrab in testimonium veritatis sigilla sua huic scripto apposuerunt.
Actum et datum mense martio, anno Domini millesimoc ducentessimo quadragesimo primod.
a vergrote initiaal A.
b slecht leesbaar A.
c aldus A, lees ducentesimo.
d hierna sluitingsteken A.
Niederländische Übersetzung
Dirk, heer van Valkenburg, heeft het bos dat Vorbusde wordt genoemd en hem toebehoort, gelegen in het allodium van Houthem, verkocht aan proost en klooster van Sint-Gerlach, in het bisdom Luik, met de grond en opstallen om eeuwig met recht van eigendom te bezitten. Maar omdat hij dit bos voor een lager bedrag dan de correcte prijs aan het klooster heeft verkocht, schenkt hij met het oog op zijn zielenheil en dat van zijn voorgangers het mindere in de verkoop aan het klooster.
Bij deze verkoop was een aantal van zijn mannen aanwezig, namelijk: Alard van Haasdal, ridder, Adam van Borgharen, ridder, Gozewijn Dukere, ridder, en Adam, zoon van Adam van Borgharen, ridder, Gerard van Oud-Valkenburg, ridder, Willem van Beek en vele andere.
Dirk, heer van Valkenburg, heeft bezegeld.
Volgende mannen van Dirk, heer van Valkenburg, waren bij deze overeenkomst aanwezig: Alard van Haasdal, ridder, Adam van Borgharen, ridder, en Gozewijn Dukere, ridder, en zij hebben medebezegeld.
Gedaan en gegeven in maart 1241.
Nadere toelichting
Lees meerDirk II, heer van Valkenburg, heeft aan proost en klooster van Sint-Gerlach (te Houthem) zijn bos Vorbusde, gelegen in het allodium te Houthem, verkocht en een deel van de koopsom aan het klooster geschonken.
Origineel
A. Maastricht, RHCL, toegangsnr. 14.D003, archief klooster Sint-Gerlach te Houthem, inv. nr. 40, reg. nr. 7.
Aantekeningen op achterzijde: 1° door 13e-eeuwse hand: Littera de silva monasterii. – 2° door laatste kwart 14e-eeuwse hand: A j. – 3° door 17e-eeuwse hand: 1241. – 4° door 18e-eeuwse hand: Num. 62.
Bezegeling: twee uithangend bevestigde zegels, die aangekondigd zijn, namelijk: S2 van Dirk II, heer van Valkenburg, van groene was, beschadigd, met CS2, beschadigd. – S4 van Gozewijn Dukere, van lichtbruine was, beschadigd; en twee bevestigingsplaatsen voor de aangekondigde zegels van Alard van Haasdal, ridder, en Adam van Borgharen, ridder, (LS1) en (LS3). Voor een beschrijving en afbeelding van S2, CS2 en S4, zie Venner, ‘Zegels klooster Sint-Gerlach’, respectievelijk 157 en 160.
Afschriften
[B]. vóór 1506, authentiek afschrift, niet voorhanden, maar bekend uit [C], naar A. – [C]. 1506, niet voorhanden, maar bekend uit F, register van het klooster van Sint-Gerlach te Houthem, waarin abusievelijk de datum 13 maart 1241 vermeld staat, naar [B]. – [D]. vóór 6 mei 1594, niet voorhanden, maar bekend uit [E], authentiek afschrift door het klooster van Sint-Gerlach te Houthem ten behoeve van de Raad van Brabant, waarschijnlijk naar [B]. – [E]. 6 mei 1594, niet voorhanden, maar bekend uit F, oorkonde van Filips II, koning van Spanje, waarin de onderstaande oorkonde is geïnsereerd , naar [D]. – F. 1735, Maastricht, RHCL, toegangsnr. 14.D003, archief klooster Sint-Gerlach te Houthem, inv. nr. 1 (cartularium) = Privelegien ende register der obligatien en andere erffcontracten des adelijcken cloosters van St. Gerlach, p. 100-104, onder de rubriek: Confirmatio donationis piscature et venationis de anno 1594, en in de marge: Num. 62, naar [E].
Uitgave
a. Franquinet, Beredeneerde inventaris St. Gerlach, IV, 9-10, nr. 6 (gedateerd 1241 maart), naar A.
Regesten
Haas, Inventaris Sint-Gerlach, 69-70, reg. nr. 7 (gedateerd 1241 maart). – Idem, Chronologische lijst, 43, reg. nr. 84 (gedateerd 1241 maart).
Datering
Het gebruik van paasstijl in het bisdom Luik is verondersteld, zie Camps, ONB I, XXI, en Dillo en Van Synghel, ONB II, XVII. Aangezien de maand maart in het paasjaar 1241 loopt van 1 tot en met 30 maart en 31 maart in 1242 valt, is zowel de datering 1-30 maart 1241 mogelijk als 31 maart 1242.
Tekstuitgave
Het onderscheid tussen c en t is niet goed zichtbaar.
Partner
Spender